Zaterdagschool voor een betere toekomst

Zaterdagschool TADA

Een school waar kinderen met zin naartoe gaan, elke zaterdag opnieuw. Je hoort het niet vaak maar dat is het geval bij het ToekomstAtelierDelAvenir of kort gezegd TADA. Naast de gewone schoolweek, komen de kinderen uit het vijfde leerjaar tot het eerste middelbaar elke zaterdag van het schooljaar met veel enthousiasme alternatieve lessen volgen bij TADA. Het enthousiasme heeft waarschijnlijk te maken met de inhoud van de lessen. Er worden geen vakken als wiskunde of talen gegeven. In plaats daarvan maken de kinderen kennis met beroepen door tal van activiteiten. Zo krijgen ze een beeld van wat de toekomst voor hen te bieden heeft. De leerlingen bij TADA zijn maatschappelijk kwetsbare tieners dus het zijn net zij die de motivatie goed kunnen gebruiken.

Tijdens mijn bezoek aan de Anderlechtse vestiging van TADA zag ik de docenten en kinderen in actie. Ik mocht twee lessen, zogenaamde ateliers, bijwonen. Het eerste atelier ging over de groepsdynamiek en het belang van goede communicatie. Al spelenderwijs ontdekten de kinderen dat een goede communicatie essentieel is. In kleine groepjes werd er steeds een geblinddoekt kind een balletje gegeven. De andere kinderen moesten de weg beschrijven naar een plaats waar de doos stond om het balletje in te gooien. Al snel beseften ze dat dingen door elkaar roepen geen efficiënte strategie is. Na de workshop zaten de kinderen samen met de begeleider om na te praten over de workshop. Tijdens het tweede atelier maakten de kinderen kennis met beroepen die met dieren te maken hebben. De docenten die zelf uit de dierenbranche kwamen, brachten allerlei materialen mee om het beroep actief te introduceren. Zo mochten de kinderen dierenarts spelen bij een echte hond. Ze leerden onder andere waar ze de hartslag van het dier konden voelen. Daarbuiten waren er ook pony’s in het kader van hippotherapie aanwezig. De klasgroepen worden steeds in kleinere groepjes onderverdeeld zodat iedereen betrokken kan worden bij de workshops.

Wie zijn de leerlingen?

De leerlingen komen voornamelijk uit Brusselse aandachtswijken en zien daardoor niet altijd toekomstmogelijkheden. TADA is er om hen die wel te laten zien door hen warm te maken voor specifieke beroepen. Elke leerling die ik sprak, was even enthousiast over de zaterdagschool. Ik vroeg de kinderen of ze het soms niet beu worden om op zaterdag ook naar school te gaan terwijl hun leeftijdsgenoten uitrusten tijdens het weekend. “Dit is geen school, we vinden het hier leuk”, was zowat het antwoord van elk kind. Ze vinden het absoluut niet vergelijkbaar met de ‘normale’ schooldagen. Ondanks het feit dat de leerlingen elkaar maar een keer per week zien, zijn er goede vriendengroepjes. Op de speelplaats ontmoette ik drie jongetjes met elk een heel andere achtergrond die toch gezellig als goede vrienden hun boterhammetjes aan het opeten waren. Het zien van mensen met verschillende achtergronden die samenkomen door hetzelfde doel en merken dat ze uiteindelijk niet zo veel verschillen, vond ik het mooiste aan mijn bezoek.

Wie zijn de lesgevers?

Het team van begeleiders bestaat zowel uit vrijwilligers als vaste werknemers. Per klasgroep is er een verantwoordelijke die vast in dienst is. Een van hen is Julia. Haar taak is om alles te regelen om de les organisatorisch te laten doorgaan. Zo is zij verantwoordelijk voor het vinden van vrijwilligers. Tijdens de lessen zelf zijn de klasverantwoordelijken ook altijd zelf aanwezig en gaan zij rond bij de verschillende ateliers om te zien of alles goed gaat. Zo zijn zij voor de kinderen dus ook een vertrouwd gezicht en een aanspreekpunt. De klasverantwoordelijken gaan daarbovenop een keer per jaar op bezoek bij de ouders van de kinderen om de vooruitgang van hun kind te bespreken en hun thuissituatie te bekijken. De bedoeling is dat de kinderen die leslopen bij TADA het traject van drie jaar volgen. Die drie jaar doorlopen zij als alles goed gaat met dezelfde klasgroep van elk ongeveer 28 leerlingen. Af en toe verlaten kinderen de opleiding vroegtijdig maar dit gebeurt niet zo vaak volgens pedagogische coach Maarti, die ook een betaalde werknemer is. Tijdens de middagpauze sprak ik met Charlotte. Zij houdt toezicht op de speelplaats en is ook vast in dienst. Ze vond naar eigen zeggen haar droomjob bij TADA. Ook veel andere werknemers liepen er rond met een brede lach en duidelijke passie voor het werk dat ze doen.

Vrijwilligers

Het toekomstatelier werkt dus wel met vaste werknemers maar uiteindelijk hangt de organisatie af van vrijwilligers die de kinderen iets willen komen bijbrengen. Iedereen kan vrijwilliger zijn. Je hoeft enkel iets te vertellen hebben over het (werk)leven en welke vaardigheden daarin nodig zijn. Sommige vrijwilligers zijn oud-leerlingen. Ik sprak met de achttienjarige Kamila. Ze studeerde af aan TADA op twaalfjarige leeftijd en geeft nu al drie jaar les aan kinderen in wiens situatie ook zij zat. Ze staat op die manier ook dichter bij de kinderen en vertelt hen over haar ervaringen met en na TADA. Zij gaf tijdens mijn bezoek een atelier samen met Ricard. De laatste twee jaar geeft hij een keer om de vier maanden les. Voor veel vrijwilligers blijft het dus niet bij een eenmalige ervaring, dat beamen ook de klasverantwoordelijken. Ik ontmoette ook een andere oud-leerling van TADA: Jawad. Hij volgde lessen in een andere vestiging maar werkt nu in Anderlecht als jobstudent. Hij geeft geen les, maar zijn taak is onder andere mensen binnenlaten aan het begin van de lesdag. Zo werd ook ik binnengelaten door hem. Tijdens de lesdag zelf begeleidt hij de kinderen naar de speelplaats en opent hij de deuren voor iedereen.

Individuele coaching

Hoewel bij TADA geen klassieke leerstof wordt gegeven, wordt er wel net als op een ‘gewone’ school door de docenten gelet op het gedrag van de leerlingen. Zo worden ze erop gewezen dat ze hun hand omhoog moeten steken wanneer ze iets willen zeggen. Ook geven de docenten opmerkingen wanneer ze achteroverleunen met hun stoel. Hoewel de klasgroepen maar één keer per week bij elkaar komen, wordt er door de docenten (voornamelijk de klasverantwoordelijken) toch ook individuele feedback en begeleiding gegeven. Zo gaf een klasverantwoordelijke een jongetje na de les positieve feedback over het feit dat hij deze keer rustiger was dan tijdens de vorige les.

Praktisch

Naast Anderlecht is TADA actief in Sint-Joost-Ten-Node en Molenbeek. De Anderlechtse vestiging bevond zich oorspronkelijk in de wijk Kuregem maar nu ligt deze dichterbij het centrum van de gemeente op het adres Veeweidestraat 42, 1070 Anderlecht. De zaterdagschool is gevestigd in l’Institut des Soeurs de Notre-Dame (ISND). Dit is ook meteen een van de participerende scholen waaruit de leerlingen bij TADA toegelaten worden. Een kind kan zich dus niet zomaar aanmelden bij TADA. TADA werkt samen met zes à twaalf scholen per buurt waarin ze actief zijn. Daar bezoeken ze de scholen elk schooljaar zelf om zich eerst en vooral voor te stellen bij de kinderen uit het vijfde leerjaar. Dan geven ze hen de kans om zich kandidaat te stellen om bij hen zaterdagles te volgen. Het team van TADA kiest dan de meest geschikte profielen van kinderen eruit en zij worden dan geaccepteerd. Volgens TADA is de vraag naar een plekje veel groter dan ze kunnen aanbieden. Ze hopen dan ook uit te breiden naar de toekomst toe.

De lesdag voor de leerlingen begint overigens elke zaterdag om 11u en eindigt om 14u30. Voor leerkrachten en andere betaalde werknemers duurt de dag van 9u tot 15u30. De uren van de vrijwilligers liggen dan weer iets dichter bij die van de leerlingen.

Beschermde omgeving

De kinderen zijn goed beschermd wanneer ze bij TADA zijn. zodra alle leerlingen binnen zijn, wordt de school volledig afgesloten waardoor het ook even duurde vooraleer ik werd binnengelaten. Alle deuren gaan op slot en als je niet weet dat er een zaterdagschool achter de muren aan de gang is, merk je er niets van. Tijdens mijn bezoek kreeg ik door bijna iedereen die ik passeerde ook de vraag wie ik was en wat ik er kwam doen. Niet alle werknemers waren op de hoogte van mijn bezoek dus werd ik vaak argwanend aangekeken. Wanneer ik vertelde dat ik journalistiek studeerde, wezen ze me er ook onmiddellijk op dat ik niet zomaar iets mocht publiceren over hen en zeker niet over de kinderen als hun identiteit kenbaar zou gemaakt worden. De kinderen bevinden zich er dus in een veilige cocon, wat zeker een goede zaak is. Toch zou het volgens mij niet slecht zijn om iets opener te zijn naar de buitenwereld toe. Het is tenslotte hun doel om de kinderen iets te leren over de wereld en het toekomstige leven… en dat leven speelt zich ook niet af achter gesloten deuren.