Van 21 januari tot 30 april 2022 bevind ik me in D.C. voor een voltijdse stage in combinatie met enkele (avond)cursussen en verblijf ik samen met allemaal (internationale) studenten in ‘The Washington Center’. In deze blogserie neem ik je mee door alle ups en downs en vertel ik je ongefilterd hoe het gaat hier in de Amerikaanse hoofdstad.
Bij het Witte Huis geraakt!
Opeens zitten we al aan deel 12 van mijn dagboek! Ja, de tijd gaat wel goed vooruit nu. Al wordt het mentaal toch weekend na weekend moeilijker. Deze week bezocht ik zaterdag de White House Gardens en keek ik naar de Cherry Blossom Parade op Constitution Avenue. En zo van die dingen had ik toch graag met mijn mama gedaan, besefte ik meermaals doorheen de dag. Ik probeerde dan maar te genieten voor ons tweeën, maar dat is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. Voor de rest vertel ik deze week ook nog wat meer over de financiële kant van mijn ervaring in D.C., hoe carrièregericht de stad is en wat ik al heb geleerd uit mijn tijd hier.
Maandag 4 april 2022 (dag 74)
Voor ik begin aan mijn nieuwe weekoverzicht, heb je nog verslag van zondag tegoed. Ik vertrok in de late voormiddag naar het National Arboretum. De busrit naar daar ging heel vlot, zelfs met overstap. Het was wel drukker dan verwacht om zondag te zijn, maar ja, we zitten dan ook in een grote stad natuurlijk. In het Arboretum zaten veel mensen te picknicken op de grasvelden rond de blikvanger van het park: de originele zuilen van het Capitool. Voor de rest was er op het domein nog een Japanse tuin, een tuin met azalea’s, een Eagle Nest… En bij dat laatste heeft er blijkbaar recent een heel liefdesdrama plaatsgevonden. Het adelaarskoppel probeerde blijkbaar al lange tijd meer kindjes te krijgen, maar dat lukte niet en dus is Mr. President’s (ja, zo heet het mannetje) vrouw – First Lady (of course) – weggevlogen waarna een andere vrouw – Lotus – meteen haar plaats innam en twee eieren legde. Eigenlijk interesseren die vogels me niets, maar de Belgen waarmee ik op stap was, wilden een hele tijd blijven zitten om naar het nest te kijken (waar uiteindelijk geen beweging te zien was) en intussen leer je dan maar iets bij dankzij Google.
Anyway, na dat vogelkijken op zondag, was ik blij dat ik vandaag remote werkte en dus gewoon binnen kon blijven. Vandaag was het mijn beurt om op de wekelijkse maandagochtendmeeting een icebreaker question te stellen. Tot nu toe is dat aspect echt het minst leuke gedeelte van mijn stage geweest (als het dat maar is natuurlijk). Ik ben echt niet goed in van die vragen als ‘if you were a ghost, who would you haunt‘ (deze vraag werd vorige week gesteld) te beantwoorden… Laat staan in zelf zo’n vraag te verzinnen. Ik vroeg dan maar waarvoor het team het meest dankbaar is in het leven. Natuurlijk kwam er voornamelijk ‘familie’ als antwoord en dus was mijn vraag geen goede icebreaker, maar goed, dat vervelende taakje kan ik nu ook afvinken van mijn to-dolijstje.
Dinsdag 5 april 2022 (dag 75)
Vandaag werkte ik op kantoor en hielden we een teamlunch met alle personeelsleden die in D.C. of net buiten de stad wonen. Een leuke manier om mijn volgende mijlpaal hier te vieren: vandaag heb ik exact drie vierde van mijn ervaring in D.C. achter de rug! Door alleszins eens fysiek met het team samen te zijn en wat meer te praten, kwam ik onder meer te weten dat heel wat personeelsleden hun woonst delen met anderen: ofwel via huisgenoten ofwel door op regelmatige basis een deel te verhuren via Airbnb. En het gaat dan niet alleen om startende twintigers, maar ook om al iets oudere mensen die soms zelfs al kinderen hebben. Blijkbaar is het zo duur om in de stad te wonen, dat het vaak gewoon uit noodzaak is. En net omdat wonen hier zo duur is, is het voor velen bovendien helemaal niet de bedoeling om voor altijd in een bepaalde woonst te blijven. Komt er iets beters op de huurmarkt, dan is de beslissing snel gemaakt. Dat is toch wel heel anders dan in België, waar we zogezegd een baksteen in de maag hebben en graag in een eigen huisje investeren (al wordt dat ook wel steeds moeilijker door de hoge prijzen…)
Vandaag heb ik exact drie vierde van mijn ervaring in D.C. achter de rug!
Het verbaasde me alleszins hoe ongebonden aan een bepaalde plek mensen hier in het algemeen zijn. Er zijn natuurlijk ook wel veel mensen die in D.C. werken, maar buiten de stad wonen en dus elke dag pendelen. Met een – in het algemeen – hoog stadsloon kan je immers veel meer doen buiten de stad. Al moeten ze er dan wel de commute bij nemen. Ik vroeg vandaag ook via sociale media of iemand nog vragen had, en er kwamen er enkele binnen over de financiële kant van dit alles. En het enige wat ik daarop kan zeggen: het is allemaal enorm duur. De rekening van TWC zelf voor het programma en housing, was omgerekend al bijna 12.500 euro. Goed, 9.000 daarvan werd betaald door de beurs die ik kreeg van de Vlaamse Overheid. Maar dus daar moest ik sowieso al opleggen en dan kwamen er nog alle kosten zoals vliegtickets en de kosten om mijn visum te verkrijgen bij. En dan is er ook nog het leven hier natuurlijk: ticketjes voor het openbaar vervoer (2 dollar per rit), boodschappen… En alles is hier veel duurder dan in België. Gelukkig doe ik een beetje ‘winst’ bij de omrekening van dollar naar euro, maar het blijft hier gewoon heel duur.
Tot nu toe spendeer ik gemiddeld elke week ongeveer 100 dollar om hier te leven (uitstapjes meegerekend). Dat valt op zich nog wel mee, want het geschatte bedrag door TWC is 200 dollar per week.
Tot nu toe spendeer ik gemiddeld elke week ongeveer 100 dollar om hier te leven (uitstapjes meegerekend). Dat valt op zich nog wel mee, want het geschatte bedrag door TWC is 200 dollar per week. Het helpt natuurlijk dat ik geen alcohol of frisdranken drink (en water drink ik gewoon van de kraan). Ga je elk weekend uit en drink je uitgebreid, dan zal je hier wel veel meer spenderen. Ik heb alleszins niet het gevoel dat ik iets tekort kom en hou me ook niet in om te kopen waar ik zin in heb (koekjes, chips… comfortfood heb ik al vaak nodig gehad in de afgelopen weken/maanden 😉 ). Maar blijkbaar leef ik dan toch nog goedkoper dan gemiddeld. Het is natuurlijk ook wel mooi meegenomen dat er op kantoor allerlei faciliteiten zijn en ik zelf geen flesjes water of snacks naar het werk hoef mee te nemen (enkel mijn lunch, al wordt er ook soms gratis lunch aangeboden). Ook zou ik normaal gezien de kosten die ik maak voor mijn stageplek (zoals busticketjes) terugbetaald krijgen, al wacht ik nog op de eerste uitbetaling van januari/februari. Maar zo zal ik de kosten ook een beetje kunnen drukken.
Mijn bedenkingen over TWC schrijf ik zeker neer in mijn eindessay voor de Vlaamse Overheid
Ik wist op voorhand dat het een dure ervaring zou worden, maar na alle voor- en nadelen af te wegen had ik besloten dat het het waard was. Maar nu de cursussen van TWC niet zo fantastisch blijken en ook housing echt wel beter kon, vind ik die kostprijs die TWC rekent toch wel wat overdreven. Het deelbedrag op de rekening dat TWC voor housing aanrekent is 5.600 dollar. Dat zou dus bijna 1900 dollar per maand zijn, elektriciteit en water inbegrepen. In de standaard van D.C. zal dat misschien wel ‘normaal’ zijn. Maar vergeet niet dat ik een appartement deel met drie andere personen hé! Dat is 22.400 dollar voor dit trimester per appartement of dus bijna 7.500 dollar per maand. Dat lijkt me nu toch echt wel heel overdreven… Dat aspect stoort me dus toch wel een beetje, want TWC is zogezegd een non-profitorganisatie… Dan vraag ik me toch wel af waar dat geld allemaal naartoe gaat (er zijn hier zes verdiepingen van appartementen in het gebouw, dus reken maar eens uit om hoeveel geld dat in totaal moet gaan…) Maar goed, ik zal hier toch maar geen onderzoeksjournalist worden en zal me er maar gewoon bij neerleggen. Al zal ik in mijn eindessay voor de Vlaamse Overheid wel mijn bedenkingen neerschrijven.
Woensdag 6 april 2022 (dag 76)
Hoewel ik normaal remote werkte vandaag, moest ik toch even naar kantoor omdat ik een meeting had met IT. Ik heb al een tijdje enkele kleine problemen met mijn laptop (en ik moet trouwens mijn eigen laptop gebruiken voor mijn stage) en dus maakte ik maar gebruik van de IT-service die de coworking space biedt. IT komt maar af en toe langs en dat bleek vandaag, dus wilde ik de kans niet voorbij laten gaan. Uiteindelijk werd het initiële probleem niet opgelost, maar de vrouw heeft wel eens allerlei onderliggende updates gedaan, wat natuurlijk ook niet slecht was. En aangezien ik toch op de baan was, ben ik op de terugweg een halte vroeger afgestapt om mijn PCR-test te gaan droppen in de voorziene brievenbus. Gisteren was ik een test-kit gaan afhalen na het werk – en deze keer was het wel open in tegenstelling tot vorige week wanneer ik voor een gesloten deur stond – aangezien een PCR-test voor TWC nog een laatste keer verplicht was.
PCR-testen (ook als je geen symptomen hebt) en sneltesten zijn hier allemaal gratis. Dat is dan het enige aspect van leven dat hier goedkoper is dan in België.
Net voor ik vandaag vertrok naar kantoor registreerde ik de test online via de code op het buisje en nam ik de test af. Dat is dus gewoon eens drie keer ronddraaien in elk neusgat en je hoeft helemaal niet diep te gaan zoals bij een PCR-test in België. Je steekt dan het staafje in het buisje en dat breng je in een enveloppe terug. Signed, sealed, delivered, zeg maar. Een voordeel: PCR-testen (ook als je geen symptomen hebt) en sneltesten zijn hier allemaal gratis. Dat is dan het enige aspect van leven dat hier goedkoper is dan in België. 😉
Donderdag 7 april 2022 (dag 77)
Mijn testresultaat kwam uiteindelijk vandaag op de middag al terug, gelukkig negatief! Dat karweitje zit er dan ook weer op! 🙂 Vandaag dacht ik naast het werk een beetje na over wat ik tot nu toe geleerd heb door mijn ervaring in D.C.. En ik kwam tot de conclusie dat het voornaamste wel is dat ik nu beter kan verwoorden wat ik wil (en niet wil) in mijn carrière. In D.C. zijn de meeste mensen heel carrièregericht en is dat ook het grootste gespreksonderwerp. De eerste reflex als je nieuwe mensen ontmoet, is hier om te vragen welke opleiding je hebt gevolgd en wat je doet van job. Bij heel wat mensen volgt er dan ook een héél lang antwoord, want hoe meer diploma’s hoe beter, is hier de norm.
In D.C. zijn de meeste mensen heel carrièregericht en is dat ook het grootste gespreksonderwerp. De eerste reflex als je nieuwe mensen ontmoet, is hier om te vragen welke opleiding je hebt gevolgd en wat je doet van job.
Ik voelde me daar in het begin toch wel wat ongemakkelijk bij. In België heb ik het gevoel dat we in het algemeen meer ingetogen en bescheiden zijn over onze prestaties. Maar hier heb ik toch geleerd dat ik wat ik al bereikt heb iets meer in de kijker mag zetten en daar ben ik nu ook wel wat sterker in geworden. Ja, ik mag vermelden dat ik ‘magna cum laude’ ben afgestudeerd in de journalistiek in plaats van gewoon te zeggen dat ik mijn diploma heb. En ja, ik mag vermelden dat ik een boek uitbracht in een eerste gesprek met iemand, want dat is een deel van mij. Al zit ik wat dit aspect betreft zeker nog niet op het niveau van de gemiddelde persoon in D.C. (en dat is ook niet iets wat ik nastreef, want er lopen hier toch ook wel wat dikke nekken rond… 😉 ).
Wat ik nu ook weet, is dat ik zeker geen carrière volledig in het buitenland wil nastreven. Ik heb nood aan regelmatig thuis te zijn. Korte tripjes naar het buitenland voor een job zou ik zeker niet erg vinden, maar niet zo’n lange tijd als nu.
Wat ik nu alleszins ook weet, is dat ik zeker geen carrière volledig in het buitenland wil nastreven. Ik heb nood aan regelmatig thuis te zijn. Korte tripjes naar het buitenland voor een job zou ik zeker niet erg vinden, maar niet zo’n lange tijd als nu. Het is gewoon een beetje te veel. Ik ben nu dus eigenlijk ook al voor 80 procent van de tijd in mijn hoofd bezig met mijn terugkomst… Ik ben aan het bekijken welke souvenirtjes ik ga kopen, ben me al aan het inbeelden hoe ik alles in mijn koffers ga krijgen, heb een heel ‘food plan‘ in mijn hoofd zodat ik zeker alles wat ik nu in de kast heb voor vertrek opeet, ben aan het bekijken waar ik onder meer het hoofdkussen dat ik hier aankocht kwijt kan (de meeste daklozencentra hier nemen blijkbaar enkel nieuwe spullen aan en dus geen kussen waar nochtans slechts drie maanden op is geslapen)… enzovoort!
Vrijdag 8 april 2022 (dag 78)
Aangezien ik op vrijdag slechts een halve dag hoef te werken, besloot ik in de namiddag nog wat buurten die nieuw waren voor mij te verkennen. Maar mijn plan werd wel een dik halfuur uitgesteld omdat iemand op kantoor vroeg om samen te lunchen. Het was een man uit Madagaskar die voor een andere organisatie in de coworking space werkt en in de stad is voor een fellowship. We zijn rond dezelfde tijd begonnen in ‘Open Gov Hub’, want we hadden begin februari samen onze oriëntatie over alle faciliteiten die de coworking space biedt. Tot nu toe zeiden we regelmatig ‘hallo’ als we elkaar zagen en nu vroeg hij om te gaan lunchen. Het leek me wel interessant wat meer te weten te komen over wat hem naar D.C. bracht dus zijn we even met een broodje in het park naast het kantoorgebouw gaan zitten. Het was een goed gesprek over de andere levensstijl hier in Amerika vergeleken met ons thuisland en carrièredoelen – jep, typisch D.C. – in het algemeen. Na de lunch ging ik verder op stap zoals gepland, maar laat me eerst vertellen wat er daarna gebeurde.
In de namiddag kreeg ik een bericht van hem om te vragen of we dit weekend niet eens samen zouden weggaan. Maar dan in vijf verschillende berichten met de boodschap dat hij zo had genoten van ons gesprek en me graag beter wilde leren kennen… Ik dacht: ow ow ow, niet overdrijven hé. Ik had zelf al een uitgebreid plan voor zaterdag en had geen zin om hem daarbij als gezelschap te hebben en dus wees ik het af. Maar blijft die toch wel aandringen zeker? Nog veel berichten volgden nadien tot ik het eindelijk – vriendelijk – heb kunnen afwimpelen. Tot dan toe had ik ook geen idee hoe oud die man juist was… Ik dacht, als je een fellowship doet zal je nog wel in de twintig zijn zeker? Nee, ben ik die gaan opzoeken op LinkedIn en bleek die aan de eerste van zijn collectie masters begonnen te zijn in 2008! What the hell? Ik was toen 8.
Dus waarom wil je dan nog absoluut in een weekend afspreken met iemand zo veel jonger? Ik was al boos op mezelf dat ik ermee was gaan lunchen en aan het denken of ik nergens een verkeerd signaal zou gegeven hebben. De maatschappij leert je als vrouw immers dat je altijd drie keer je woorden moet wikken en wegen om een man geen verkeerd signaal te geven. Maar dat is een foute gedachtegang. Ik deed helemaal niets fout door in een professionele context even te lunchen en te praten over carrières in het algemeen. Anyway, ik was opgelucht dat ik de berichten heb kunnen doen stoppen en ben ook blij dat ik omdat mijn supervisor zelf niet naar kantoor gaat volgende week volledig remote mag werken zodat ik hem nu niet meteen weer hoef tegen te komen.
Maar laat me dan nog vertellen wat ik nadien van sightseeing heb gedaan! Ik ben van het kantoor verder gewandeld naar Logan Circle en Dupont Circle om daar enkele muurschilderingen en de authentieke herenhuizen te bekijken. Die buurten zijn zogezegd wat chiquere buurten en zeker Dupont Circle verandert ’s avonds in een uitgaansbuurt. Het was dus weer een heel ander D.C.. Intussen heb ik het gevoel dat ik al enorm familiair ben met de buurten die ik passeer om van The Washington Center naar kantoor te gaan en dus probeer ik me toch nog wat uit te dagen om ook wat andere dingen te zien. Missie voor vandaag: geslaagd!
Weekend 9 en 10 april 2022 (dag 79 & 80)
Zaterdag was een dag van lang wachten. Maar echt, héél lang wachten. Het is zo dat de tuinen van het Witte Huis twee weekends per jaar openen voor het publiek. Eén keer in de lente, één keer in de herfst. En net dit weekend vond de Spring Tour plaats! Tickets zijn gratis, maar kan je enkel verkrijgen door in de rij te gaan staan in de ochtend. De tickets werden uitgedeeld vanaf 8u30, maar ik besloot al tegen 7u45 te gaan. En gelukkig! Want er stond al een lange rij voor mij! Het was lang wachten, maar ik had wel wat afleiding door met de 65-jarige vrouw voor mij te babbelen. Haar naam was Patty en ze woont haar hele leven al in Washington D.C. en vertelde me over haar leven en familie. Ze vroeg me zelf ook naar de tas die ik meehad (waar een foto van mijn boek op staat). Ik vertelde haar dus over mijn debuutroman en ze was heel geïnteresseerd. Ze zei ‘wacht ik ga je naam noteren om dat aan mijn dochter te vertellen’, waarop ik zei ‘anders geef ik je mijn business card‘. Want ja, die had ik ook mee! 🙂 Zie je dat ik al heb geleerd door hier in het carrièregerichte D.C. te zijn! 😉
Ik kon uiteindelijk het ticket verkrijgen dat ik wilde (dat was trouwens een mooi kaartje getekend door Joe & Jill Biden), wat een tijdslot was om 13u. Zo kon ik eerst nog de Cherry Blossom Parade van 10u tot 12u op Constitution Avenue (die evenwijdig loopt met de National Mall) bekijken. Ik installeerde me op de trappen van een gebouw zodat ik een zicht had van wat hoger, wat handig was om de grote ballonnen die deel waren van de parade goed te zien. Het was leuk om alle wagens te zien passeren, maar er waren toch enkele zaken die beter konden. Soms waren er delen zonder muziek, wat de sfeer wat wegnam, en soms waren er ook grote gaten tussen de verschillende wagens waardoor er een tijdje niets passeerde en je je afvroeg of de parade nu gedaan was of niet. Op één van de wagens zat de runner-up van The Voice maar zij was gewoon aan het dansen en half aan het playbacken op haar eigen liedje dat werd afgespeeld door de boxen… Ik bedoel, daar is dan ook niet veel aan natuurlijk. Een hoogtepunt was wel het zien van acteur Laz Alonso (die onder meer in ‘The Mysteries of Laura’, ‘L.A.’s Finest’ en ‘The Boys’ meespeelt. Hij was de ‘Grand Marshal van de Cherry Blossom Parade omdat hij geboren is in D.C.. Ik heb alleszins eens gezwaaid naar hem als hij voorbijkwam in zijn wagen en later heeft hij mijn Instagramverhalen gedeeld op zijn Story! Yay!
Op twee momenten had ik het wel even moeilijk tijdens de parade. Ik wenste gewoon dat ik dit met mijn mama had kunnen ervaren… Het zou zo veel leuker zijn dan. ik beeldde me in hoe het zou zijn als zij naast mij op de trappen zou zitten en hoe we zouden lachen met het feit dat de parade eigenlijk niet zo fantastisch was. Nu vertelde ik deze zaken tegen mezelf in mijn hoofd en dat is toch minder leuk… Ik was ook omringd door allemaal families samen, want zo’n parade is echt een familiegebeuren. En daar stond ik dan, alleen.
Na de parade en net voor ik naar het Witte Huis ging, bestelde ik een hotdog aan één van de kraampjes. Maar wat ik kreeg, was helemaal geen hotdog en het leek ook niets op het afgebeelde prentje op het menu op de wagen… Ik kreeg geen broodje met een worst tussen, maar twee gefrituurde worsten op een stokje… Ik dacht, wat is dit nu weer? Na wat opzoekingswerk bleek dit een corndog te zijn. Uiteindelijk bleek het eigenlijk nog wel lekker te zijn en ook handiger om te eten dan een hotdog natuurlijk. Ik moest lachen met deze flater, maar die lach maakte weer snel plek voor een bijna-traan. Ik had twee corndogs, wat eigenlijk te veel was voor mij. Het zou dus ideaal geweest zijn mocht ik met mijn mama op stap geweest zijn, dan hadden we kunnen delen… Maar ja, dat was dus niet het geval.
Ik ging nadien verder naar het Witte Huis. Ik dacht dat ik wel vlot zou binnen geraken nu ik mijn tijdslot had, maar nee hoor… Bleek dat er nog een superlange rij was van mensen die allemaal om 13u naar binnen gingen… En na de lange rij – waarna ik dacht binnen te kunnen – kwam iedereen gewoon in een massa terecht die dan zelf opnieuw rijen moest zien te maken om door de metaaldetector te gaan (waarvan er maar zes stonden voor die hele massa). Goed georganiseerd was het dus niet. Ik hoopte maar dat het wachten het waard zou zijn, want intussen had ik al afwisselend regen en brandende zon gehad.
Na anderhalf uur in de rij te staan, was ik eindelijk op de South Lawn! Dat was toch wel even ‘wauw’! Er was ook livemuziek van een orkest dat op een balkon zat, wat natuurlijk de presidentiële sfeer nog versterkte. Maar niet lang nadat ik door de poort ging, begon er weer een rij om überhaupt verder te kunnen wandelen. Rustig door de tuinen gaan, was dus geen optie. Was het het lange wachten en al die moeite waard? Ja, want ik ben zeker blij dat ik zo toch op de grond van het Witte Huis geraakt ben. Zeker omdat je als Belgische toerist het Witte Huis zelf niet kan bezoeken (daarom bezocht ik een tijdje geleden ook het White House Visitor Center enkele straten verder). Maar één keer was zeker meer dan genoeg!
Fontein op de South Lawn
’s Avonds was ik helemaal kapot van het lange wachten en rechtstaan de hele dag en mentaal uitgeput door het dubbele gevoel dat ik de hele tijd had omdat ik dit zó graag met mijn mama zou gedaan hebben. En daarbij kwam ook nog eens dat mijn nek helemaal stijf is omdat ik in de ochtend iets had verrekt. Hoe? Weet je nog dat ik zo erg verbrand was een tijdje geleden? Wel, ik dacht ‘niet deze keer’ en smeerde me goed in, maar blijkbaar heb ik ergens op een foute plek in mijn nek te hard geduwd tijdens het insmeren waardoor er opeens iets in is geschoten. Ja, weer typisch voor mij! Maar goed, zondag gebruik ik om uit te rusten en intussen tel ik verder af. Vandaag binnen drie weken ben ik trouwens nét thuis aangekomen! Wat kijk ik ernaar uit! 🙂
Meer over mijn avontuur in D.C. lees je hier:
- Dagboek Belgische studente in Washington D.C. – #9
- Dagboek Belgische studente in Washington D.C. – #10
- Dagboek Belgische studente in Washington D.C. – #11
Volg mij ook zeker op Instagram en Facebook om updates te krijgen over mijn blog! Op Instagram deel ik bovendien meer beeldmateriaal en daar krijg je een meer visuele inkijk in mijn leven in D.C.!