Dagboek Belgische studente in Washington D.C. – #11

Van 21 januari tot 30 april 2022 bevind ik me in D.C. voor een voltijdse stage in combinatie met enkele (avond)cursussen en verblijf ik samen met allemaal (internationale) studenten in ‘The Washington Center’In deze blogserie neem ik je mee door alle ups en downs en vertel ik je ongefilterd hoe het gaat hier in de Amerikaanse hoofdstad.

De start van mijn laatste maand

Mijn week begon niet fantastisch, maar wat ben ik blij om het begin van mijn laatste maand hier bereikt te hebben! Ik ben in mijn hoofd gewoon al constant bezig met mijn terugkomst naar België. Maar in de tussentijd doe ik zeker mijn uiterste best om nog zoveel mogelijk uit deze ervaring te halen!

Maandag 28 maart 2022 (dag 67)

Mijn week begon jammer genoeg helemaal niet goed. Maandagochtend stond ik aan de bushalte en de bus bleef vrij lang weg (de real-time online is hier even accuraat als die van De Lijn… Dat zegt genoeg hé). Er passeren daar heel wat mensen, vooral met honden en het is ook een vrij drukke straat. Ik zie meestal goed wie er te voet passeert omdat ik wel oplettend ben als vrouw alleen in een grote stad. Nu merkte ik dat dezelfde man die eerst in de andere richting voorbijging, terugkwam en hij bleef deze keer niet ver van mij stilstaan. Ik was intussen iets verder van de straat en dichterbij het gebouw van The Washington Center gaan staan omdat ik daar nog een lichte wifi-verbinding heb (waarmee ik de real-time nog eens checkte).

Net voordat ik me begon te verplaatsen, draaide hij zich naar mij en gingen zijn ogen van boven naar beneden en weer terug. Als vrouw ken je het wel, die blik alsof je louter een stuk vlees bent.

Toen die man daar kwam staan, voelde het wat dreigend. Ik kan niet zeggen waarom, maar dat was mijn gevoel (je zou kunnen zeggen dat hij ook gewoon op de bus kwam wachten, maar zo voelde het niet). Mijn instinct zei me dat ik terug dichter bij de straat moest gaan staan, want waar ik stond werd wat bedekt door bomen en daar was niet genoeg sociale controle naar mijn gevoel. Net voordat ik me begon te verplaatsen, draaide hij zich – op amper anderhalve meter van mij verwijderd – naar mij en gingen zijn ogen van boven naar beneden en weer terug. Als vrouw ken je het wel, die blik alsof je louter een stuk vlees bent. Ik keek wat boos boven mijn mondmasker en stapte meer naar de straat toe. Hij leek zich te bedenken in zijn hoofd en draaide zich traag om en wandelde weer op zijn gemakje weg… Alles duurde misschien nog niet eens een minuut, maar ik had het gevoel dat ik toch wel ontsnapt was aan iets… Niet lang daarna kwam de bus gelukkig aan. Tot nu toe had ik me hier nog nooit echt bedreigd gevoeld (en dat was echt wel tegen mijn verwachtingen in). Maar die ervaring vanochtend heeft me toch even schrik aangejaagd. 

Ik mocht van mijn supervisor gerust alle tijd nemen die ik nodig had en ze stelde voor dat ik even naar de ‘Welness Room’ ging op kantoor. Ja, de coworking room heeft een volledig afgesloten kamer die je kan boeken als je even nood hebt aan alone-time voor welke reden dan ook.

Toen ik op kantoor aankwam, voelde ik me niet echt slecht. Maar tijdens de check-in meeting die we elke maandagochtend met het hele team hebben, kreeg ik opeens een krop in mijn keel wanneer het mijn beurt was om te zeggen hoe het met me ging. Voor ik het wist, kreeg ik er geen woord meer uit en kwamen de tranen. Ja, in het midden van een meeting… Ik schreef via de chat neer wat er aan de hand was en het team was eigenlijk heel meegaand. Ik mocht van mijn supervisor gerust alle tijd nemen die ik nodig had en ze stelde voor dat ik even naar de ‘Welness Room’ ging op kantoor. Ja, de coworking room heeft een volledig afgesloten kamer die je kan boeken als je even nood hebt aan alone-time voor welke reden dan ook. Ik besloot er even te gaan zitten en het uit te wenen zodat ik verder kon met mijn dag. Ik kan nu wel zeggen dat ik écht van alle faciliteiten van de coworking space gebruik heb gemaakt (oké, behalve de gym want daar ga je me nooit vinden).

Ik vond het erg van mezelf dat ik het toch zo aan mij had laten komen terwijl er niets was gebeurd. Maar het was denk ik even de schrik die uit mijn lijf moest. Het voorval gebeurde ook echt op de laatste plek die ik had verwacht. Net naast het gebouw van TWC, op een drukke straat op klaarlichte dag… Ja, het ligt echt niet aan de omstandigheden zoals vrouwen vaak wordt aangepraat, het gaat er puur om of je een man met slechte bedoelingen tegenkomt of niet. Het was weer even een reality check.

Dinsdag 29 maart 2022 (dag 68)

Vandaag werkte ik remote en ik was wel blij dat ik niet buiten hoefde. Naast het werk was ik in mijn hoofd doorheen de dag veel bezig met alles wat ik ga doen als ik weer thuis ben. Ik heb nog 32 dagen te gaan, maar alles zou van mij toch sneller mogen gaan. Het voelt alsof ik mentaal al met één been terug in België sta en het is frustrerend om dan nog aan deze kant van de oceaan te zitten. In de week na mijn thuiskomst staat er al een bezoekje aan de Koninklijke Serres van Laken gepland, een kappersbezoek (wat dringend nodig is)… Ik ben ook al met mijn mama aan het praten over onze bureau te herinrichten… Maar daarop is het dus allemaal nog even wachten.

Het voelt alsof ik mentaal al met één been terug in België sta en het is frustrerend om dan nog aan deze kant van de oceaan te zitten

Ik doe echt wel mijn best om in de tussentijd nog steeds alles uit deze ervaring te halen. Ik heb in mijn notities op mijn smartphone een heel plan staan voor mijn vrije vrijdagnamiddagen en de weekends. En ik geniet wel oprecht van alles wat ik onderneem, maar het voelt dubbel. Ook voor anderen begint het trouwens wat lang aan te voelen. Eén van mijn huisgenoten werd zo al eens naar huis gestuurd van haar stageplek omdat ze gewoon geen werk voor haar hadden. Zo erg is het gelukkig nog niet bij mij, maar ik heb wel het gevoel dat ze echt moeten zoeken naar taken die ze me kunnen geven. Tot begin maart – de aanloop naar en de conferentie zelf in Florida – is mijn stage zeker een meerwaarde geweest omdat ik dingen heb mogen meemaken waarvan ik had gedacht dat nooit te kunnen doen. En natuurlijk vervaagt al de rest een beetje in het niets naast het feit dat ik mee ben mogen gaan op die business trip. Maar sindsdien is alles effectief minder uitdagend geworden. Ik probeer dan maar zelf uitdagingen te creëren. Ik mag zo voor 100 dollar cursussen naar keuze volgen op kosten van mijn stageplek om aan mijn eigen professional development te werken. Dus vandaag begon ik maar met een cursus rond sustainable tourism. Zo haal ik er toch nog iets uit.

Eén van mijn huisgenoten werd al eens naar huis gestuurd van haar stageplek omdat ze gewoon geen werk voor haar hadden

In het algemeen mag ik zeker van geluk spreken met mijn stage. Mocht die echt tegengevallen zijn van bij de start – zoals bij sommigen het geval is – denk ik dat dit een rampzalige ervaring zou geworden zijn en zou al die moeite, tijd en geld het helemaal niet waard geweest zijn. Voor velen waarbij de stage tegenvalt is dit ook een soort van vakantie geworden (maar dan nog wel met verplichtingen, dus echt een leuke vakantie kan je het ook niet noemen) in plaats van een academisch semester. Ook de cursussen die hier worden gegeven, helpen niet op dat vlak. In mijn ogen zijn die immers echt geen meerwaarde. Nu, de Amerikanen die ik kort sprak bij mijn avondcursus tot nu toe, blijken die cursussen wel heel interessant te vinden… Tja, een ander wereldbeeld zeker.

Woensdag 30 maart 2022 (dag 69)

Vandaag ging ik voor het eerst op een woensdag naar kantoor. Mijn schema is de laatste tijd heel wat gewisseld en eigenlijk vind ik dat wel goed want zo ziet elke week er anders uit. Alleen de ochtenden en avonden blijven hetzelfde. Heel eenzaam. Ik ben de eerste om te zeggen dat alleen zijn niet gelijk staat aan eenzaam zijn, want dat is ook zo. Ik geniet heel vaak van alleen zijn. Maar hier voel ik me echt wel eenzaam met momenten. Eigenlijk vooral nét door het feit dat er huisgenoten zijn… Zij dragen bij tot dat eenzame gevoel omdat we gewoon bijna niet tegen elkaar praten.

Zoals je misschien nog weet uit vorige weekoverzichtjes spreken mijn huisgenoten allemaal Spaans als moedertaal. Dus onderling hebben zij heel wat conversaties waarvan ik uitgesloten ben (ik pik wel enkele zaken op met mijn basiskennis Spaans, maar aan het tempo dat zij spreken is dat meer een inspanning dan iets anders). Tegen mij praten ze wel in het Engels natuurlijk, maar die kleine gesprekjes onderling voeren ze altijd in hun eigen taal en daardoor mis ik toch redelijk wat. Uiteindelijk zeggen we op sommige dagen enkel ‘goeiemorgen’ en ‘goede nacht’ tegen elkaar en verder niets. Op andere dagen spreken we wel meer, maar dan nog heb ik nooit het gevoel dat ik écht iets over hen te weten kom. Je zou kunnen zeggen dat we nog evenveel vreemden voor elkaar zijn als bij de start. Ik heb oprecht al mijn best gedaan om hen te leren kennen, maar verder dan kennissen geraken we precies niet. Het is gewoon spijtig.

Je zou kunnen zeggen dat mijn huisgenoten en ik nog evenveel vreemden voor elkaar zijn als bij de start

Ik had echt gehoopt en gedacht dat dit veel leuker zou worden om samen te leven met andere internationale studenten. Maar ik heb het gevoel dat het matchingproces van TWC (dat ze zogezegd doordacht hebben gevoerd) de bal helemaal heeft misgeslagen. Waarom zet je immers iemand samen met drie mensen die dezelfde moedertaal hebben waardoor die vierde persoon automatisch een buitenstaander is? Daarbij kunnen onze levensstijlen niet meer verschillen, wat samenleven ook moeilijk maakt. Sommige andere kamers bestaan trouwens enkel uit Amerikanen. Ik had ook wel graag minstens met één Amerikaanse samengezeten (oké, mijn roommate is van Puerto Rico en dat behoort technisch gezien ook tot de Verenigde Staten, maar ik bedoel iemand van op het vasteland), want ik zit tenslotte in Amerika… Ach ja, nog maar 31 dagen (and counting).

Donderdag 31 maart 2022 (dag 70)

Het samenleven met mijn huisgenoten begint me meer en meer te ergeren. Ik ben immers degene die me altijd moet aanpassen aan wat de rest doet. Deze avond was ik na mijn avondcursus een film aan het kijken en ik had nog twee minuten te gaan toen mijn roommate binnenkwam. Ze weet dat ik elke dag rond dat uur ga slapen en dus mijn tanden ga poetsen in de badkamer. Toch stormde ze zonder iets te zeggen meteen de badkamer in en nam ze op haar gemak een douche. Pas veertig minuten later kon ik me uiteindelijk gaan klaarmaken om te gaan slapen terwijl ik heel moe was. Maar wanneer ik uitzonderlijk eens in de badkamer ben op een tijdstip dat mijn roommate ze ook wil gebruiken, begint ze te zuchten en klopt ze letterlijk al na vijf minuten op de deur om te horen of ik nog lang werk heb… Ze geeft me altijd het gevoel alsof zij de bewoonster is en ik een gast ben. Leuk is iets anders.

Terwijl ik wachtte tot ze uit de badkamer was, bekeek ik om me bezig te houden eens of ik misschien een weekendje naar een andere stad zou gaan om even op mijn gemak te zijn en mijn batterijen te kunnen opladen voor die laatste loodjes. Ik bekeek steden als New York, Philadelphia, Baltimore… Allemaal redelijk vlot te bereiken met de trein vanuit D.C.. Maar eigenlijk is het bijna onbetaalbaar (het vervoer is naast duur te zijn ook meestal nog niet op een handig tijdstip waardoor je uiteindelijk niet veel tijd hebt in de stad zelf), zeker als je alleen gaat en de kosten van een hotelkamer niet kan delen. Baltimore en Philadelphia zijn voor mij geen echte must-sees, het zou puur zijn om even te ontsnappen aan The Washington Center, dus dat is het geld voor mij dan toch niet waard. En New York zou wel leuk zijn, maar heb ik al gezien. Na er in 2019 een week te zijn, heb ik niet per se de behoefte om nog eens te gaan voor twee dagen. Conclusie: ik blijf maar gewoon in D.C. en zet door.

Vrijdag 1 april 2022 (dag 71)

Het is april! Eindelijk! En dat wil zeggen dat ik eind deze maand naar huis kan!! Ja, zeggen dat ik ernaar uitkijk is een understatement. De laatste loodjes wegen zwaar, maar het komt echt wel dichterbij nu. In andere omstandigheden zou ik een maand weg van huis nog lang vinden, maar wetende dat ik hier al meer dan twee maanden ben, lijkt een maand toch iets minder erg om te overbruggen. Ik heb wel het gevoel dat ik me de laatste tijd heel moe voel en altijd honger heb. Ik denk dat ik mijn reserves door al de stress een beetje heb opgebruikt sinds 21 januari – sinds ik in D.C. ben – en dat mijn lichaam nu zegt dat het genoeg geweest is. Gelukkig zijn er op kantoor veel gratis snacks om doorheen de dag te eten. 😉

Ik denk dat ik mijn reserves door al de stress een beetje heb opgebruikt sinds 21 januari – sinds ik in D.C. ben – en dat mijn lichaam nu zegt dat het genoeg geweest is.

Op vrijdag werk ik slechts een halve dag en dus dacht ik op de weg terug naar TWC een PCR-test te doen in een testcentrum. Iedereen die bij The Washington Center verblijft, moet zich immers nog een keer verplicht laten testen tussen nu en 13 april. Het coronabeleid van TWC is op dat vlak veel strenger dan wat de norm is in de stad momenteel. We moeten zo ook nog steeds mondmaskers dragen als we in de gemeenschappelijke ruimtes van het gebouw komen terwijl je in winkels en op het werk meestal geen masker meer hoeft te dragen. Ik vind het geen ramp, maar het lijkt me een beetje overbodig als je weet dat iedereen wel met andere mensen samenwoont en gasten mag ontvangen zonder mondmasker. Dus in het appartement zelf mag alles, zodra je in de gang van het gebouw komt niet meer, en als je de stad intrekt weer wel… Logica is een beetje ver te zoeken daar.

Ik wilde graag dat testgedoe ook al achter de rug hebben vandaag, maar toen ik aankwam bij het testcentrum bleken ze gesloten te zijn. Volgens de openingsuren online en die op hun deur hingen, moesten ze nochtans wél open zijn. Zodra ik terugkwam in TWC besloot ik dan maar alternatieven op te zoeken waar ik morgen naartoe zou kunnen.

Weekend 2 en 3 april 2022 (dag 72 & 73)

Op zaterdag besloot ik nog eens een goede wandeling te maken. Het plan was om nog eens naar het Capitool te gaan en enkele zaken daarrond te bezoeken. Het is slechts een halfuurtje wandelen van bij The Washington Center terwijl je er met het openbaar makkelijk veertig minuten over doet dus dan is de keuze snel gemaakt. Of toch alleszins nu het zo’n mooie, zonnige dag was. Het was wel weer vrij koud (temperaturen tussen 6 en 14 graden en in de voormiddag lagen die zeker dichter bij de 6 graden), maar de lucht voelde gezond aan en de zon gaf al duidelijk meer warmte dan enkele weken geleden.

In de serres van de U.S. Botanic Garden

Ik wandelde eerst een kwartiertje tot aan Union Station en ging dan via Lower en Upper Senate Park richting het Capitool. Ik deed dan een halve tour rond het gebouw en stapte zo naar de United States Botanic Garden. Deze was pas sinds gisteren opnieuw open na lang gesloten te zijn wegens corona. De serres zelf waren niet zo groot als gedacht, maar het bleef mooi om te zien. Maar het mooiste voor mij waren de tuinen buiten! Vooral één bepaald plekje waar bankjes met een leuning in de vorm van vlinders stonden, viel in de smaak bij mij. En wat doen we dan? Veel foto’s maken natuurlijk! En mijn selfiestick/mini-statiefje gebruiken om toch ook foto’s van mezelf te hebben, lukt intussen al op een gevorderd niveau. 😉

Een ‘vlinderbankje’ (en ik vond mijn boek daar nu perfect op passen, sè) 😉

Nadien liep ik verder naar de andere kant van het Capitool. Het stond er vol met mensen die foto’s namen (toeristen, locals en alles daartussen). Ik zag zo een ouder koppel allerlei foto’s nemen van hun honden die met opgeheven hoofd voor het Capitool zaten, het was wel een komisch zicht. Ik met mijn selfiestick waarschijnlijk ook, but I don’t care. 🙂 Drie keer werd ik ook aangesproken door meisjes die net als ik alleen op stap waren en me vroegen om een foto van hen te maken. Tuurlijk doe ik dat met plezier en bij twee van hen was het een wisselwerking waardoor zij ook een foto van mij namen. Jonge vrouwen die alleen op stap zijn, zijn er dan ook om elkaar te helpen om Instagrammable foto’s te maken hé. 😉 Om af te sluiten passeerde ik nog bij de Supreme Court en bezocht ik de Library of Congress, wat een heel mooi gebouw bleek te zijn.

Ik in de Library of Congress

Gisteren had ik online gezien dat er niet ver van TWC een ophaalpunt voor PCR-testkits was die je dan na het afnemen in een brievenbus moet droppen. Ik besloot er op de terugweg van mijn tocht te passeren, want het afhaalpunt zou open zijn van maandag tot zaterdag volgens de officiële website van de stad. Ja, bleek ik toch ook hier voor een gesloten deur te staan zeker… Er zat wel iemand aan het onthaal, maar de deur was op slot. Na lang te staan zwaaien en kloppen, kwam de vrouw dan toch even naar de deur en wist ze me te zeggen dat je er van maandag tot en met vrijdag een testkit kan ophalen, maar niet meer op zaterdag. Oké, dat staat dan weer op mijn lijstje voor begin volgende week.

Zaterdagavond keek ik op mijn gemakje naar Netflix – ik heb een hele lijst met zaken die ik hier nog ‘moet’ bekijken omdat ze in België niet beschikbaar zijn – en deed ik eindelijk mijn doos koekjes van Delacre open. Mijn mama had die intussen een hele tijd geleden laten leveren via Amazon, maar ik besloot te wachten tot april om ze open te doen zodat ik er echt van kon genieten als ‘feestmaaltijd’ om te vieren dat ik de laatste maand hier heb bereikt. En na al die Amerikaanse koekjes, smaakten ze enorm!

Op zondagochtend sliep ik een beetje uit en genoot ik van pannenkoekjes voor het ontbijt. En straks vertrek ik nog met enkele andere Belgen op uitstap naar het National Arboretum, een park hier niet veraf waar de originele zuilen van het Capitool staan. Verslag daarover in de blogpost van volgende week! Tot dan! 🙂

Meer over mijn avontuur in D.C. lees je hier:

Volg mij ook zeker op Instagram en Facebook om updates te krijgen over mijn blog! Op Instagram deel ik bovendien meer beeldmateriaal en daar krijg je een meer visuele inkijk in mijn leven in D.C.!